Nieuwsprijs 2015-2016
Ronduit spannend was de eerste editie van de Nieuwsprijs. Hoeveel studenten zouden werk insturen? En zijn de inzendingen voldoende nieuwswaardig om in aanmerking te komen voor de prijs?
In berichten op social media en via flyers zijn studenten van de Fontys Hogeschool Journalistiek op de hoogte gebracht van de Nieuwsprijs. De onderscheiding, een reusachtige roeptoeter, kreeg een prominente plek in de aula. Wie zijn ogen en oren open heeft, kon niet om de lancering heen.
De jury ontving zeven inzendingen: één videoproductie en zes artikelen. Interviews, reportages en achtergrondverhalen gemaakt in het tweede, derde en vierde jaar. De onderwerpen waren heel divers. We lazen een opmerkelijk interview met de voetballer Cihat Celik, kregen een preview van een nieuwsplatform van RTL, keken geboeid naar een reportage over de littekens van Bosnië, verheugden ons over het feit dat studenten het archief niet schuwen, waren enthousiast over het idee om een zak afgedankte kleding te volgen en we werden geconfronteerd met het feit dat de journalistiek slechts een handvol moslims telt en dat het aantal vrouwen in de Europese politiek achterblijft.
Allemaal producties die de moeite waard zijn en het verdienen om gezien en gelezen te worden. Veel van hen geven meer inzicht. Maar vertellen ze ook iets wat we nog niet weten? Is het nieuws van betekenis? En zou dat nieuws zonder tussenkomst van de journalist niet naar buiten zijn gekomen? Met deze criteria in de hand, werd de spoeling dunner. De driekoppige jury hoefde weinig ruggenspraak te houden. Eén inzending bevatte nieuws dat je met recht mag rondtoeteren. Omdat niemand het nog wist en er veel doortastendheid en volharding nodig was om de lijst te vinden waar de namen opstonden van 180 Indonesiërs die in 1947 tijdens de onafhankelijkheidstrijd door Nederlandse militairen standrechtelijk zijn geëxecuteerd. De dodenlijst en getuigenverklaringen, waarvan decennia lang werd gezegd dat ze waren achtergebleven in Indonesië, werden gevonden door een student van deze opleiding. De jury is het er unaniem over eens dat dit journalistieke speurwerk moet worden bekroond.
De eerste Nieuwsprijs is gewonnen door Manon van den Brekel
Manon dook voor haar afstuderen in het Nationaal Archief en las honderden documenten over de gebeurtenissen op Zuid-Sulawesi. Ze was in het bijzonder nieuwsgierig naar de gedragingen van drie Nederlandse militairen. Haar onderzoek mondde uit in drie verhalen die door De Correspondent zijn gepubliceerd. De artikelen getuigen van gedegen research en zijn helder geschreven.
De publicaties van Manon zijn veelzijdig. Ze onthult, stelt cruciale vragen en neemt een kritische houding aan ten opzichte van de overheid, die bij de beoordeling van schadevergoedingen voor nabestaanden een dubbele agenda lijkt te hanteren. Haar ijzingwekkende reconstructie van de massamoord in Zuid-Sulawesi geeft de lezer het gevoel er zelf bij te zijn en bezorgt kippenvel.
Manons verhalen zetten mensen in beweging. Dat is wat echt nieuws doet.
Zo’n beetje alle media namen het nieuws over. Kamerleden dienden een motie in om geld vrij te maken voor onderzoek naar de oorlogsmisdaden van Nederland in voormalig Nederlands Indië tussen 1945 en 1949. Advocate Zegveld zette het speurwerk van Manon in bij de rechtszaak van nabestaanden die schadevergoeding eisen van de Nederlandse Staat.
En wat het onderzoek van Manon ook duidelijk heeft gemaakt: het Nationaal Archief verbergt waarschijnlijk nog meer zwarte bladzijdes uit onze geschiedenis. Met precisie en volharding leg je ze bloot, zo heeft Manon bewezen.
Tilburg, 17 maart 2016
Willem Feenstra (de Volkskrant), Jules Seegers en Monique de Knegt-Van de Ven